2 uur 's nachts. Eindelijk ben ik vertrekkensklaar. Typisch de laatste dag van de voorbereidingen, of typisch ik? Anyway, de volgende dag is de grote dag. De dag waarop m'n leven terug z'n normale gangetje kan gaan, het leven van 'on the road'.
De laatste dagen voor vertrek waren drukker dan verwacht. Mensen opzoeken, klusjes afwerken, fiets op orde stellen. Zo moest ik het achterwiel nog herspaken en niet te vergeten moest er ook nog een testrit komen. Zaterdag dan maar. Niet ideaal in de regen, maar het klaarde mooi op en alles liep op rolletjes. De conditie zat goed en de fiets ook.
Maandagochtend. Bijna weg. Spannend. Het giet pijpenstelen. Ik wil toch vertrekken en stap volledig ingepakt de garage uit. Stopt het toch wel meteen met regenen zeker! Een goed teken zo lijkt me.
Dan het afscheid. Dat valt altijd zwaar. Telkens ben ik tijdens de aanloop naar het vertrek zo gefocust op studie, werk of voorbereidingen dat ik amper stilsta bij wat ik allemaal achterlaat. Een laatste aai over de hond z'n kop, een laatste kus aan mama.
De route stelt niet veel voor in het begin. N50 naar Kortrijk. Maar dat deert niet. Ik wil gewoon weg. Naar het Zuiden. De motivatie is er. Niet zozeer om m'n leven thuis te ontvluchten, maar eerder uit onweerstaanbare drang om nieuwe contreien op te zoeken. Uit nieuwsgierigheid naar Afrika.
Maar eerst Frankrijk. Een fietsend koppel waarmee ik drie dagen in Maleisie fietste, woont nu aan de voet van de Pyreneeen. Dat wordt dan ook de eerste etappe.
Uit schrik om op niets anders dan drukke banen te belanden, volg ik de fietsroute naar Santiago de Compostela. Vijf jaar geleden was dat de eerste grote fietsreis, nu zou ik dus een stuk van die route herdoen. Het bleek een goede keus, want ik reed meestal over autoluwe wegen ipv over drukke verbindingswegen. Kwestie van een goede start te maken en om van in het begin aan te kunnen genieten, nam ik de 200 km ommetoertjes er graag bij.
Een tegenwind had me sinds Brugge al niet meer losgelaten en zou me drie dagen parten spelen. Toch geraakte ik nog een mooi stuk voorbij Doornik de eerste dag. Een kampeerplek vond ik in de paardenwei bij een manege.
Door het glooiend landschap was het reeds mooi fietsen, maar het regende de volledige namiddag van de tweede dag. Ik reed tot voor Compiegne en kampeerde in het uitgestrekte bos.
Compiegne doorkruisen was erg eenvoudig. Ik opteerde om via Parijs te rijden. Vijf jaar geleden reden we immers langs Chartres.
Prachtig die uitgestrekte bossen hier. Doch konden de bomen geen bescherming bieden tegen de harde hagelbui. Dan door Cambrai richting Parijs. Eerst langs allemaal kleine dorpjes rond de luchthaven, dan langs het kanaal de l'ource naar het centrum. 50 stoplichten later leidde een fietspad me door de periferique terug naar de velden. Ik had mezelf voorgenomen 150 km te doen en een douche te versieren die dag. Als bij wonder vroeg ik of ik m'n tentje kon zetten bij een fietsliefhebber die zelfs nog een aantal jaar een elite ploeg had getraind in Belgie. Daarbovenop reden ze nog eens met Specialized (noot: voor vertrek werkte ik drie maanden bij Shifting Gears in Brugge, een Specialized Concept Store). Hij vroeg me vanwaar ik kwam. Toen wist ik al dat het in de 'sacoche' was. Met Brugge als antwoord kun je niet veel mis doen, in tegenstelling met het antwoord Roemenie. Rondom Jean-Pierre wonen immers veel Roma's die een stuk landbouwgrond buiten Parijs kopen, er hun caravan stellen en in de grootstad gaan werken (=stelen volgens Jean-Pierre). M'n fietscomputer bleek al snel onbetrouwbaar en Jean-Pierre had wel nog eentje liggen (van Specialized uiteraard). Dat kwam mooi uit!
Hij bood me dan ook de logeerkamer aan en ik kon me douchen, wat niet alleen voor mij, maar waarschijnlijk ook voor hen wel aangenaam was.
Hij moest vroeg weg dus zat ik veel eerder in't zadel. De wind was gedraaid en blies nu stevig vanuit het noordoosten. Verder was er geen druppeltje regen meer te bespeuren. Aan 35km/h knalde ik door half verlaten, doodse dorpjes die zo even tot leven werden geroepen. Later fietste ik langs de Loire redelijk wat km's bijeen. Kamperen deed ik voor Blois. Twijfelde nog om de stad te passeren, maar we moeten nu ook niet te zot doen he.
Tijdens het koken zag ik visdiefjes en andere watervogels. Later viel een eend door de boom het water in (echt gebeurd!) en toen ik m'n boeltje bijeenraapte zwom een otter langs de oever.
Tent opzetten deed ik pas toen het begon te schemeren. Moest nog even het lange gras induiken voor een laatste (en enige) auto die passeerde voor ik wederom een goede nachtrust tegemoet ging.
Het zou de laatste wildkampeerplaats van de etappe worden. Daarna werd keer op keer bewezen dat die Fransozen best wel vriendelijk en gastvrij zijn. Telkens kon ik mee-eten, douchen, ontbijten,... Wat een luxe! Het is deze gastvrijheid die ervoor zorgt dat ik elke ochtend opnieuw erg gemotiveerd in het zadel kruip.
Alhoewel dat dat laatste wat moeilijkheden geeft. Het is namelijk vervormd waardoor ik erg scheef op de fiets zit. De fietsbroek zit nooit goed en de short schuift altijd op naar links. Verder heb ik niet echt zadelpijn, maar wel wat irritatie aan de binnenkant van de dij die lange dagen in het zadel vermoeilijken. Met nog 16.000 km over niet al te beste wegen voor de boeg vroeg ik dan ook aan het thuisfront om een nieuw zadel op te sturen naar Tarbes, eindplaats van deze eerste etappe.
Verder ontmoette ik nog redelijk wat 'pelgrims'. Ik zou zelfs een namiddag met Jos, een Nederlander op weg naar Santiago, meefietsen. Wat gaat de tijd snel als je met iemand kunt praten! We stonden al snel 60 km verder. Alhoewel dat het een mooie route was vond ik bepaalde stukken bij het saaie aanleunen. Meer dan 10 km tussen 'dorpjes' en voor de rest niets dan velden. Uiteraard waren er prachtige stukken in de Charante, Dordogne en de bossen van de Landes, maar geef mij toch maar de bergen.
Voorbij Angouleme verliet ik de pelgrimsroute en met een kladje van 'einde naar rechts D11, dan richting Captieux, ...' dat ik gemaakt had, geraakte ik met redelijk wat advies van de man langs de kant in Tarbes.
Ik blijf een paar dagen hier in Tarbes. Vincent en Nathalie zitten in volle verbouwingen en ik steek dan ook graag een handje toe. Verder gaat het over de Pyreneeen (Col du Tourmalet zal er eerst aan moeten geloven) naar Cuenca. Een historisch stadje en volgende etappeplaats.
Etappes:
Thuis - Wasnes au Bac 137 km 18.1 gemiddeld 7u33 in't zadel
tot Compiegne 132 km 17,7 7u26
tot Longpont 146 km 17,8 8u07
tot Blois 178km 19 9u21
tot Chatellerault 154 km fietscomputer kapot
tot St. Angeau 133 km
tot Le Pizou 122 km
tot Maillas 115 km
tot Tarbes 130km
totaal: 1117 km
Foto's:
De laatste dagen voor vertrek waren drukker dan verwacht. Mensen opzoeken, klusjes afwerken, fiets op orde stellen. Zo moest ik het achterwiel nog herspaken en niet te vergeten moest er ook nog een testrit komen. Zaterdag dan maar. Niet ideaal in de regen, maar het klaarde mooi op en alles liep op rolletjes. De conditie zat goed en de fiets ook.
Maandagochtend. Bijna weg. Spannend. Het giet pijpenstelen. Ik wil toch vertrekken en stap volledig ingepakt de garage uit. Stopt het toch wel meteen met regenen zeker! Een goed teken zo lijkt me.
Dan het afscheid. Dat valt altijd zwaar. Telkens ben ik tijdens de aanloop naar het vertrek zo gefocust op studie, werk of voorbereidingen dat ik amper stilsta bij wat ik allemaal achterlaat. Een laatste aai over de hond z'n kop, een laatste kus aan mama.
De route stelt niet veel voor in het begin. N50 naar Kortrijk. Maar dat deert niet. Ik wil gewoon weg. Naar het Zuiden. De motivatie is er. Niet zozeer om m'n leven thuis te ontvluchten, maar eerder uit onweerstaanbare drang om nieuwe contreien op te zoeken. Uit nieuwsgierigheid naar Afrika.
Maar eerst Frankrijk. Een fietsend koppel waarmee ik drie dagen in Maleisie fietste, woont nu aan de voet van de Pyreneeen. Dat wordt dan ook de eerste etappe.
Uit schrik om op niets anders dan drukke banen te belanden, volg ik de fietsroute naar Santiago de Compostela. Vijf jaar geleden was dat de eerste grote fietsreis, nu zou ik dus een stuk van die route herdoen. Het bleek een goede keus, want ik reed meestal over autoluwe wegen ipv over drukke verbindingswegen. Kwestie van een goede start te maken en om van in het begin aan te kunnen genieten, nam ik de 200 km ommetoertjes er graag bij.
Een tegenwind had me sinds Brugge al niet meer losgelaten en zou me drie dagen parten spelen. Toch geraakte ik nog een mooi stuk voorbij Doornik de eerste dag. Een kampeerplek vond ik in de paardenwei bij een manege.
Door het glooiend landschap was het reeds mooi fietsen, maar het regende de volledige namiddag van de tweede dag. Ik reed tot voor Compiegne en kampeerde in het uitgestrekte bos.
Compiegne doorkruisen was erg eenvoudig. Ik opteerde om via Parijs te rijden. Vijf jaar geleden reden we immers langs Chartres.
Prachtig die uitgestrekte bossen hier. Doch konden de bomen geen bescherming bieden tegen de harde hagelbui. Dan door Cambrai richting Parijs. Eerst langs allemaal kleine dorpjes rond de luchthaven, dan langs het kanaal de l'ource naar het centrum. 50 stoplichten later leidde een fietspad me door de periferique terug naar de velden. Ik had mezelf voorgenomen 150 km te doen en een douche te versieren die dag. Als bij wonder vroeg ik of ik m'n tentje kon zetten bij een fietsliefhebber die zelfs nog een aantal jaar een elite ploeg had getraind in Belgie. Daarbovenop reden ze nog eens met Specialized (noot: voor vertrek werkte ik drie maanden bij Shifting Gears in Brugge, een Specialized Concept Store). Hij vroeg me vanwaar ik kwam. Toen wist ik al dat het in de 'sacoche' was. Met Brugge als antwoord kun je niet veel mis doen, in tegenstelling met het antwoord Roemenie. Rondom Jean-Pierre wonen immers veel Roma's die een stuk landbouwgrond buiten Parijs kopen, er hun caravan stellen en in de grootstad gaan werken (=stelen volgens Jean-Pierre). M'n fietscomputer bleek al snel onbetrouwbaar en Jean-Pierre had wel nog eentje liggen (van Specialized uiteraard). Dat kwam mooi uit!
Hij bood me dan ook de logeerkamer aan en ik kon me douchen, wat niet alleen voor mij, maar waarschijnlijk ook voor hen wel aangenaam was.
Hij moest vroeg weg dus zat ik veel eerder in't zadel. De wind was gedraaid en blies nu stevig vanuit het noordoosten. Verder was er geen druppeltje regen meer te bespeuren. Aan 35km/h knalde ik door half verlaten, doodse dorpjes die zo even tot leven werden geroepen. Later fietste ik langs de Loire redelijk wat km's bijeen. Kamperen deed ik voor Blois. Twijfelde nog om de stad te passeren, maar we moeten nu ook niet te zot doen he.
Tijdens het koken zag ik visdiefjes en andere watervogels. Later viel een eend door de boom het water in (echt gebeurd!) en toen ik m'n boeltje bijeenraapte zwom een otter langs de oever.
Tent opzetten deed ik pas toen het begon te schemeren. Moest nog even het lange gras induiken voor een laatste (en enige) auto die passeerde voor ik wederom een goede nachtrust tegemoet ging.
Het zou de laatste wildkampeerplaats van de etappe worden. Daarna werd keer op keer bewezen dat die Fransozen best wel vriendelijk en gastvrij zijn. Telkens kon ik mee-eten, douchen, ontbijten,... Wat een luxe! Het is deze gastvrijheid die ervoor zorgt dat ik elke ochtend opnieuw erg gemotiveerd in het zadel kruip.
Alhoewel dat dat laatste wat moeilijkheden geeft. Het is namelijk vervormd waardoor ik erg scheef op de fiets zit. De fietsbroek zit nooit goed en de short schuift altijd op naar links. Verder heb ik niet echt zadelpijn, maar wel wat irritatie aan de binnenkant van de dij die lange dagen in het zadel vermoeilijken. Met nog 16.000 km over niet al te beste wegen voor de boeg vroeg ik dan ook aan het thuisfront om een nieuw zadel op te sturen naar Tarbes, eindplaats van deze eerste etappe.
Verder ontmoette ik nog redelijk wat 'pelgrims'. Ik zou zelfs een namiddag met Jos, een Nederlander op weg naar Santiago, meefietsen. Wat gaat de tijd snel als je met iemand kunt praten! We stonden al snel 60 km verder. Alhoewel dat het een mooie route was vond ik bepaalde stukken bij het saaie aanleunen. Meer dan 10 km tussen 'dorpjes' en voor de rest niets dan velden. Uiteraard waren er prachtige stukken in de Charante, Dordogne en de bossen van de Landes, maar geef mij toch maar de bergen.
Voorbij Angouleme verliet ik de pelgrimsroute en met een kladje van 'einde naar rechts D11, dan richting Captieux, ...' dat ik gemaakt had, geraakte ik met redelijk wat advies van de man langs de kant in Tarbes.
Ik blijf een paar dagen hier in Tarbes. Vincent en Nathalie zitten in volle verbouwingen en ik steek dan ook graag een handje toe. Verder gaat het over de Pyreneeen (Col du Tourmalet zal er eerst aan moeten geloven) naar Cuenca. Een historisch stadje en volgende etappeplaats.
Etappes:
Thuis - Wasnes au Bac 137 km 18.1 gemiddeld 7u33 in't zadel
tot Compiegne 132 km 17,7 7u26
tot Longpont 146 km 17,8 8u07
tot Blois 178km 19 9u21
tot Chatellerault 154 km fietscomputer kapot
tot St. Angeau 133 km
tot Le Pizou 122 km
tot Maillas 115 km
tot Tarbes 130km
totaal: 1117 km
Foto's: