Verslag van St. Louis (Senegal) naar Gambia
Voor het eerst verliet ik een kampeerplek met een fietskompaan. Gary (UK) was sinds z'n 14e reeds aan de slag geweest en vond het nu op 42-jarige leeftijd hoog tijd om een stukje van de wereld te zien. Iedereen doet dezer dagen Land's End naar John O'Groats en dus besloot hij om naar Zuid-Afrika te fietsen. Just like that.
De enige weg naar Dakar was de Route National 1. Het was even wennen om met iemand samen te reizen. Vooral het beperkte contact met de plaatselijke bevolking viel me op. Een groep is duidelijk minder toegankelijk. Verder rijden we afwisselend op kop en vliegen de km's voorbij. Zeker als je wat kunt praten, gaat de tijd erg snel.
De nationale weg bracht, buiten de gieren, niet veel noemenswaardigs met zich mee. 's Avonds lukte het toch om gemakkelijk een fantastische familie te vinden. Gary heeft de gewoonte om te wildkamperen en moet zich schikken aan het ritme van de familie. Maar voor mij is het ondenkbaar om dit op te geven. Ik voel me nederig en vind deze ervaringen de essentie van de reis.
We krijgen voor het eerst wat regen, maar met deze temperaturen kan dat geen kwaad. Luttele minuten na de laatste druppel is alles terug droog.
's Avonds passeren we een jogger in zijn dertiger jaren wat hier een vreemd zicht is. Oumar blijkt een leerkracht Engels te zijn die maar al te graag zijn favoriete taal oefent. Hij nodigt ons dan ook bij hem uit en Gary kan eindelijk nog eens meekletsen.
Dan op naar Dakar. In de Westerlijke Sahara ontmoette ik Moustapha. Een Fransman met Senegalese origine. Hij had me uitgenodigd bij hem en we verbleven er twee nachten tussen het visa zoekwerk door.
Eerst zochten we de ambassade van Mali op, waar we erg goed werden geholpen. Eenvoudige procedure, paspoort een nacht achterlaten, volgende dag om 12u oppikken. 25.000 Franc CFA (bijna 40 euro).
Daarna brachten we die van Burkina Faso een bezoek. We lazen dat het 48u duurt om het visa te maken, maar ik vroeg toch of het niet mogelijk was om het sneller te maken. Eerst en vooral was het onthaal allerhartelijkst. "Bonjour, mon ami! Entrez!" Ze konden het visum zonder extra kost ter plekke maken. Wat een service! Wel belachelijk duur: 48.000 Franc CFA (ong. 70 euro).
Aangezien de Malinese ambassade het paspoort hield, moesten we de volgende dag terugkomen. We ontmoetten nog de ambassadrice! Ze blijkt erg vriendelijk, menselijk en geinteresseerd in de reis. Klein detail: iedereen vergat te vermelden dat de volgende dag een nationale feestdag is in Burkina Faso. De dag erop stonden we dus voor gesloten deur.
Dan maar naar l'Ile de Goree waar we de toeristengidsen ontlopen en onze tenten opzetten naast een oude bunker uit de Tweede Wereldoorlog. Alle bunkers zijn omgevormd en worden nu bewoond door de talrijke artiesten op het eiland. Het eiland is een pelgrimsplaats voor o.a. Afro-Amerikanen, vanwege de geschiedenis van de slavenhandel.
Eenmaal terug op het vaste land zoeken we voor de derde keer de ambassade van BF op. Deze maal geen gesloten deur en 20 min later krijgen we inderdaad het visum. Daarna zoeken we Badr op. Reeds sinds de eerste oversteek van de Hoge Atlas ben ik in contact met hem. Hij ontmoette Gary en nog een andere Duitse fietser in de woestijn. Hij reist met geen tot weinig middelen. Heeft zelf zijn fietstassen gemaakt en iemand dragers op zijn frame laten lassen. Respect!!! Het is zijn eerste reis buiten Marokko en hij lijkt reeds verslaafd. Hij plant terug te liften naar Marokko om beter voorbereid zijn reis vanuit Dakar later verder te zetten. Spijtig, want ik had doodgraag met hem samengereisd.
Dakar. Plots raakt het me. Paris - Dakar. Een eerste grote verwezenlijking van de reis. De reis gaat zo goed, ik ben zo gelukkig, dat ik alle vertrouwen heb in het vervolg van de reis. Nu op naar Burkina Faso, want daar zal eind september mijn zus op me wachten!!! We zullen een aantal projecten helpen en samen BF en Ghana per fiets bereizen. Kan niet wachten.
We vragen nog inlichtingen in de ambassade van Ghana, waar we nors worden ontvangen. Het is enkel mogelijk om het visum aan te vragen indien je je domicilie in Senegal hebt. Ik dring wat aan en krijg te horen dat we als overlanders de volgende ochtend toch kunnen proberen een aanvraag in te dienen. We hebben echter genoeg km's (130) gedaan door het zotte verkeer van de stad en zijn de uitlaatgassen en het stof zowat beu. We zetten onze reis verder richting Gambia. Volgende poging om het Ghanees visum te bemachtigen zal in Bamako (Mali) of Ouagadougou (BF) zijn.
We krijgen de eerste serieuze douche van het regenseizoen en verlaten daarna de stad. 50 km verder zetten we zoals gebruikelijk de tenten op in een dorpje. Normaalgezien maak ik dan ook deel uit van hun leven. Maar sinds we met twee reizen, koken/eten we apart en is er veel minder interactie. Ik merk zelfs dat enkelen er niet toe komen om ons te vertrouwen. Alleen komt iedereen naar je toe, delen ze wat ze hebben en kan je honderduit vragen. Ze merken dat je geen slechte bedoelingen hebt, vertrouwen je en je kan goede, persoonlijke foto's maken. Nu is het anders, maar de weg naar Zuid-Afrika is nog zo lang dat ik graag samenreis met iemand. Je kunt alles bespreken. Verschillen tussen mensen en landen aanwijzen. Reflecteren over ervaringen en al gierend sommige vreemde ontmoetingen weglachen.
De volgende dag zijn we zelfs met vier: Ali, een Amerikaan met Iraanse roots, en Rustam, een Duitser met Azerbeidjaanse roots, vervoegen ons. We kamperen naast een zoutlagune en rijden de volgende dag samen. Al snel wil ik van Rustam af. Hij heeft geen respect noch interesse in de lokale bevolking en zijn manier van reizen/ interactie doet me walgen. Ik was beschaamd met hem samen te reizen. 's Avonds verzilver ik een slaapplaats bij de Chef du Village, maar Rustam is gelukkig enkel geinteresseerd in een douche en zoekt een camping op. Oef, daar zijn we vanaf dacht ik.
De grensovergang naar Gambia verloopt vlekkeloos. Geen douanecontrole, gratis 28 dagen reistoelating. De officiele taal is Engels (Senegal was Wolof en Frans) en Gary is blij terug te kunnen communiceren.
Onze timing met het nemen van de ferry is echter ongelukkig en Ali en Rustam halen ons in. Gary vond een warmshower adres in Gunjur, Zuid-Gambia en Rustam denkt dat hij ons zomaar kan vervoegen. Niet dus. In geen honderd jaar willen we dat onze host aandoen.
Gary heeft nog zes maanden om tot Zuid-Afrika te fietsen. Hij doet me aan mezelf denken toen ik Turkije drie jaar geleden verliet op weg naar het Oosten. De focus op de weg, op km's maken en slechts een beperkte interesse in de ontmoetingen langs de weg. Ik begin echter een verandering te merken in zijn manier van reizen/ kijken. Hij ook wil nu 's avonds een gezin opzoeken. Hij kijkt meer op tijdens het fietsen en groet spontaner mensen. Hij ook voelt zich nederig bij de aanblik van de moeilijke leefsituaties. Niets is evident. Geen stromend water, geen luxueuze badkamer, koken met hout duurt eeuwen, beperkte economie,... De ontmoeting met Rustam heeft me nog meer doen inzien dat er vele verschillende reizigers bestaan. Gary en ik beginnen elkaar beter en beter te kennen en het samenreizen gaat spontaner. Ik heb er vertrouwen in dat we samen Mali zullen doorkomen.
De host in Gunjur is eigenlijk een gans fietsteam en ze komen ons tegemoet. Al koersend rijden we naar Gunjur, waar we twee nachten blijven. We wassen en herstellen de fietsen. Doen hetzelfde met de hunne, zoeken het strand en de vissershaven op en praten honderduit over...fietsen.
Charno (de coach van het fietsteam) vergezeld ons tot Brikama waar we Saidu ontmoetten. Gary zette zich in de UK in voor het project Joly Rider. Zij verzamelen 2e hands fietsen en andere spullen om uit te delen aan scholen. Aangezien vele leerlingen ver van school wonen, maakt een fiets hun leven een pak gemakkelijker.
Nu op naar Kayes, Mali!
En ja, ik blijf voorzichtig, vermijd Ebola en blijf op de hoogte van recente ontwikkelingen in de landen op m'n pad ;)
Foto's Senegal en Gambia:
Voor het eerst verliet ik een kampeerplek met een fietskompaan. Gary (UK) was sinds z'n 14e reeds aan de slag geweest en vond het nu op 42-jarige leeftijd hoog tijd om een stukje van de wereld te zien. Iedereen doet dezer dagen Land's End naar John O'Groats en dus besloot hij om naar Zuid-Afrika te fietsen. Just like that.
De enige weg naar Dakar was de Route National 1. Het was even wennen om met iemand samen te reizen. Vooral het beperkte contact met de plaatselijke bevolking viel me op. Een groep is duidelijk minder toegankelijk. Verder rijden we afwisselend op kop en vliegen de km's voorbij. Zeker als je wat kunt praten, gaat de tijd erg snel.
De nationale weg bracht, buiten de gieren, niet veel noemenswaardigs met zich mee. 's Avonds lukte het toch om gemakkelijk een fantastische familie te vinden. Gary heeft de gewoonte om te wildkamperen en moet zich schikken aan het ritme van de familie. Maar voor mij is het ondenkbaar om dit op te geven. Ik voel me nederig en vind deze ervaringen de essentie van de reis.
We krijgen voor het eerst wat regen, maar met deze temperaturen kan dat geen kwaad. Luttele minuten na de laatste druppel is alles terug droog.
's Avonds passeren we een jogger in zijn dertiger jaren wat hier een vreemd zicht is. Oumar blijkt een leerkracht Engels te zijn die maar al te graag zijn favoriete taal oefent. Hij nodigt ons dan ook bij hem uit en Gary kan eindelijk nog eens meekletsen.
Dan op naar Dakar. In de Westerlijke Sahara ontmoette ik Moustapha. Een Fransman met Senegalese origine. Hij had me uitgenodigd bij hem en we verbleven er twee nachten tussen het visa zoekwerk door.
Eerst zochten we de ambassade van Mali op, waar we erg goed werden geholpen. Eenvoudige procedure, paspoort een nacht achterlaten, volgende dag om 12u oppikken. 25.000 Franc CFA (bijna 40 euro).
Daarna brachten we die van Burkina Faso een bezoek. We lazen dat het 48u duurt om het visa te maken, maar ik vroeg toch of het niet mogelijk was om het sneller te maken. Eerst en vooral was het onthaal allerhartelijkst. "Bonjour, mon ami! Entrez!" Ze konden het visum zonder extra kost ter plekke maken. Wat een service! Wel belachelijk duur: 48.000 Franc CFA (ong. 70 euro).
Aangezien de Malinese ambassade het paspoort hield, moesten we de volgende dag terugkomen. We ontmoetten nog de ambassadrice! Ze blijkt erg vriendelijk, menselijk en geinteresseerd in de reis. Klein detail: iedereen vergat te vermelden dat de volgende dag een nationale feestdag is in Burkina Faso. De dag erop stonden we dus voor gesloten deur.
Dan maar naar l'Ile de Goree waar we de toeristengidsen ontlopen en onze tenten opzetten naast een oude bunker uit de Tweede Wereldoorlog. Alle bunkers zijn omgevormd en worden nu bewoond door de talrijke artiesten op het eiland. Het eiland is een pelgrimsplaats voor o.a. Afro-Amerikanen, vanwege de geschiedenis van de slavenhandel.
Eenmaal terug op het vaste land zoeken we voor de derde keer de ambassade van BF op. Deze maal geen gesloten deur en 20 min later krijgen we inderdaad het visum. Daarna zoeken we Badr op. Reeds sinds de eerste oversteek van de Hoge Atlas ben ik in contact met hem. Hij ontmoette Gary en nog een andere Duitse fietser in de woestijn. Hij reist met geen tot weinig middelen. Heeft zelf zijn fietstassen gemaakt en iemand dragers op zijn frame laten lassen. Respect!!! Het is zijn eerste reis buiten Marokko en hij lijkt reeds verslaafd. Hij plant terug te liften naar Marokko om beter voorbereid zijn reis vanuit Dakar later verder te zetten. Spijtig, want ik had doodgraag met hem samengereisd.
Dakar. Plots raakt het me. Paris - Dakar. Een eerste grote verwezenlijking van de reis. De reis gaat zo goed, ik ben zo gelukkig, dat ik alle vertrouwen heb in het vervolg van de reis. Nu op naar Burkina Faso, want daar zal eind september mijn zus op me wachten!!! We zullen een aantal projecten helpen en samen BF en Ghana per fiets bereizen. Kan niet wachten.
We vragen nog inlichtingen in de ambassade van Ghana, waar we nors worden ontvangen. Het is enkel mogelijk om het visum aan te vragen indien je je domicilie in Senegal hebt. Ik dring wat aan en krijg te horen dat we als overlanders de volgende ochtend toch kunnen proberen een aanvraag in te dienen. We hebben echter genoeg km's (130) gedaan door het zotte verkeer van de stad en zijn de uitlaatgassen en het stof zowat beu. We zetten onze reis verder richting Gambia. Volgende poging om het Ghanees visum te bemachtigen zal in Bamako (Mali) of Ouagadougou (BF) zijn.
We krijgen de eerste serieuze douche van het regenseizoen en verlaten daarna de stad. 50 km verder zetten we zoals gebruikelijk de tenten op in een dorpje. Normaalgezien maak ik dan ook deel uit van hun leven. Maar sinds we met twee reizen, koken/eten we apart en is er veel minder interactie. Ik merk zelfs dat enkelen er niet toe komen om ons te vertrouwen. Alleen komt iedereen naar je toe, delen ze wat ze hebben en kan je honderduit vragen. Ze merken dat je geen slechte bedoelingen hebt, vertrouwen je en je kan goede, persoonlijke foto's maken. Nu is het anders, maar de weg naar Zuid-Afrika is nog zo lang dat ik graag samenreis met iemand. Je kunt alles bespreken. Verschillen tussen mensen en landen aanwijzen. Reflecteren over ervaringen en al gierend sommige vreemde ontmoetingen weglachen.
De volgende dag zijn we zelfs met vier: Ali, een Amerikaan met Iraanse roots, en Rustam, een Duitser met Azerbeidjaanse roots, vervoegen ons. We kamperen naast een zoutlagune en rijden de volgende dag samen. Al snel wil ik van Rustam af. Hij heeft geen respect noch interesse in de lokale bevolking en zijn manier van reizen/ interactie doet me walgen. Ik was beschaamd met hem samen te reizen. 's Avonds verzilver ik een slaapplaats bij de Chef du Village, maar Rustam is gelukkig enkel geinteresseerd in een douche en zoekt een camping op. Oef, daar zijn we vanaf dacht ik.
De grensovergang naar Gambia verloopt vlekkeloos. Geen douanecontrole, gratis 28 dagen reistoelating. De officiele taal is Engels (Senegal was Wolof en Frans) en Gary is blij terug te kunnen communiceren.
Onze timing met het nemen van de ferry is echter ongelukkig en Ali en Rustam halen ons in. Gary vond een warmshower adres in Gunjur, Zuid-Gambia en Rustam denkt dat hij ons zomaar kan vervoegen. Niet dus. In geen honderd jaar willen we dat onze host aandoen.
Gary heeft nog zes maanden om tot Zuid-Afrika te fietsen. Hij doet me aan mezelf denken toen ik Turkije drie jaar geleden verliet op weg naar het Oosten. De focus op de weg, op km's maken en slechts een beperkte interesse in de ontmoetingen langs de weg. Ik begin echter een verandering te merken in zijn manier van reizen/ kijken. Hij ook wil nu 's avonds een gezin opzoeken. Hij kijkt meer op tijdens het fietsen en groet spontaner mensen. Hij ook voelt zich nederig bij de aanblik van de moeilijke leefsituaties. Niets is evident. Geen stromend water, geen luxueuze badkamer, koken met hout duurt eeuwen, beperkte economie,... De ontmoeting met Rustam heeft me nog meer doen inzien dat er vele verschillende reizigers bestaan. Gary en ik beginnen elkaar beter en beter te kennen en het samenreizen gaat spontaner. Ik heb er vertrouwen in dat we samen Mali zullen doorkomen.
De host in Gunjur is eigenlijk een gans fietsteam en ze komen ons tegemoet. Al koersend rijden we naar Gunjur, waar we twee nachten blijven. We wassen en herstellen de fietsen. Doen hetzelfde met de hunne, zoeken het strand en de vissershaven op en praten honderduit over...fietsen.
Charno (de coach van het fietsteam) vergezeld ons tot Brikama waar we Saidu ontmoetten. Gary zette zich in de UK in voor het project Joly Rider. Zij verzamelen 2e hands fietsen en andere spullen om uit te delen aan scholen. Aangezien vele leerlingen ver van school wonen, maakt een fiets hun leven een pak gemakkelijker.
Nu op naar Kayes, Mali!
En ja, ik blijf voorzichtig, vermijd Ebola en blijf op de hoogte van recente ontwikkelingen in de landen op m'n pad ;)
Foto's Senegal en Gambia: